zondag 23 december 2012

Over het gebed

Jaloers was ik als klein meisje op mijn tante Dith. Zij kon zeer toegewijd haar psalmen en gezangen zingen, gewoon tijdens het huishoudelijk werk. Of tijdens het schillen van de dagelijkse aardappelen. Tante Dith, zelf geen kinderen maar een zeer kindelijk geloof. Vele jaren later, na het overlijden van haar man Jan, bezocht ik haar in haar woninkje in Woerden. En nog steeds hingen daar teksten in mooie lijstjes aan de muren. 'Scheepje onder Jezus hoede, 'Wat de toekomst brengen moge...', teksten die ik herkende uit de door haar gezongen psalmen en gezangen. De verhalen over thuiskomen bij God die ze mij vertelde. Het prevelen van het gebed voor het eten, terwijl het eten koud stond te worden, het bijbellezen na het eten en het daaropvolgend slotgebed. Haar handen gevouwen, haar vingers door elkaar heen gevlochten, de donkere nagels van het vele werk, rustend in haar schoot, waarbij ze altijd een schort droeg, ik zie ze nog steeds voor me. Haar toewijding... aan haar religie. Ik heb het nooit kunnen ervaren. Wilde ik ook niet.
In mijn kinder- en tienertijd gingen wij iedere zondag naar de kerk. Niet zo'n strenge kerk als mijn tante bezocht in Woerden, waar iedereen in het zwart verscheen. Onze kerk was een stuk vrijer. Ik volgde 'trouw' mijn catechisatielessen bij de dominee in de consistoriekamer (of wel het predikantskamertje) in de kerk tot ik op 18-jarige leeftijd belijdenis deed, omdat het zo hoorde. Ik vond de verhalen interessant genoeg, maar kon de devotie niet vinden. In mijn ogen draaide het alleen maar om geld. De collectes in de kerk tijdens de dienst, het offerandeblok naast de deur bij het verlaten van de kerk. Tot slot op de vuurpijl kreeg ik, toen ik 'op mijzelf ging wonen', een brief van de kerkleiding dat als ik in staat was mijn vaste vrijwillige bijdrage te voldoen, ik mij opnieuw mocht aanmelden. Niet dus. Het was voor mij het bewijs dat het niet om mijn aanwezigheid ging, maar om de dikte of het gewicht van mijn portemonnee.

In diezelfde tijd kwam ik in aaraking met andere religies. De hindu-religie met de vele goden, het Boeddhisme, de Islam, het Joodse geloof met de Kaballa. Het kloosterleven trok me. Vooral  Hildegard von Bingen.
Ik begon te lezen en zag veel overeenkomsten.
Mansukh Patel heb ik een tijd 'gevolgd'. Ik las al zijn boeken, ik ging naar een bijeenkomst waar hij bij aanwezig was. Het Boeddhisme sprak me erg aan en startte met lezen van o.a. het Tibetaanse Boek van Leven en Sterven. Later volgde ik een paar colleges over de Islam en een aantal jaren zeer intensief Kabbala-lessen.

Het maakt me allemaal heel bewust hoe in het leven te willen staan. Maar één richting kiezen en daar helemaal in opgaan, dat lukte mij niet en eigenlijk wil ik dat ook helemaal niet.

Ik ontdekte het mediteren. Een groot verschil met bidden in mijn beleving. Ik zie het dat bidden is praten tegen en mediteren is praten met 'God' of welke Bron van Zijn dan ook.

Kleine schietgebedjes zijn orde van de dag. Dat mijn dierbaren weer gezond weer thuis mogen komen. Voor de mensen in mijn omgeving die ziek zijn, bid ik om een spoedig herstel, waarbij lijden niet aan te orde is. Of gewoon omdat ik het iemand erg gun dat het leven soepel verloopt...

Ik zou kunnen kiezen voor 'Can you feel it' van de Jackson 5. Maar dat is voor nu een beetje overweldigend. Daar om kies ik hier voor:

606 I Say a Little Prayer For You - Aretha Franklin



Voor meer verhalen "over het gebed" of voor informatie over de Profeet en de muziek ga je naar Heldinne's Reis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten