donderdag 30 december 2010

Klik klik


Ergens op het www - hier - las ik de volgende woorden, die geschreven werden op 24 april 2009, 2 dagen na de dood van Martin Bril:

‘De flow hapert nog maar de zin groeit. Vanmiddag, op m’n rug liggend tussen de paardebloemen, keek ik naar de wolken en schoot een gebedje. Lieve meneer Bril, bent u al in de hemel? Vast wel. U heeft me leren kijken. Dankzij u kan ik kleine dingen groot schrijven  en grote dingen klein. Zodat alles lekker in balans is. Geef mijn broertje een kus van me, knuffel hem even en fluister af en toe een mooi zinnetje in mijn oor.

Dank u wel, meneer Bril.’

Het zijn de woorden van C - klik - die ik de laatste weken volg en waarvan ik oude postjes lees. Het zouden zomaar mijn woorden kunnen zijn; ik praat af en toe met hem: ‘Martin, regelmatig lees ik de column over “De poes die alles ziet.” Die tekst – Volkskrant, 24 september 2008 – hangt thuis in mijn lift en vraag me af of je jouw poes nog regelmatig ziet. Of is de poes inmiddels bij jou “thuis” aangeschoven en zijn jullie voor altijd samen?’

Als ik verder kijk - klik -, zijn er meer mensen die hun gedachten hierover hebben achtergelaten. Gedachten van anderen, omgezet in schrijfsels, die ik, zonder veel moeite, op mijn scherm tover en lees en herlees… Ondanks de leegte van het gemis, ervaar ik geluk. Zucht.

Dank u wel, mevrouw C.

PS: laat nu Sylvia Witteman vandaag in haar Volkskrant-column Martin ook nog even citeren. 'Tsja'.

1 opmerking: